U bent hier
Regeringscrisis, verschil in cultuur of politiek
Samenvatting:
Regeringscrisis, verschil in cultuur of politiek
Enige tijd geleden ontmoette ik een Waals bedrijfsleider die Vlaanderen uitgekozen heeft om zijn bedrijf te vestigen. Als voormalig afgevaardigde -beheerder van een Waals bedrijf was ik geïnteresseerd in het waarom van zijn keuze. Die bleek het gevolg te zijn van de politieke keuzes in Wallonië. Tijdens ons gesprek werd het me duidelijk dat zijn inschatting van de politieke situatie in Wallonië overeenkomt met mijn ervaringen. Als crisismanager was me gevraagd om een Waals bedrijf uit een negatieve sociale spiraal te halen. Het bedrijf werd in een wurggreep gehouden door een agressieve socialistische vakbond, het FGTB, die er extreem linkse opvattingen op na hield. Het heeft ons veel stakingen, persoonlijke bedreigingen en uiteindelijk een gijzeling gekost, maar het gemotiveerd management is er uiteindelijk toch in geslaagd om het noodzakelijke veranderingsproces opgang te brengen en dit tegen de stroom in van de Waalse politieke leiders en de nationale vakbond.
Het sociaal-economisch leven in Wallonië wordt gegijzeld door de politiek van de PS die er op gericht is de mensen afhankelijk te maken van de staat. Werkloosheid wordt aanzien als een normaal sociaal recht en verworven voor het leven. De ambtenarij is er om vrienden een dienst te bewijzen. PS en FGTB zijn sterk met elkaar verbonden en de andere Franstalige partijen zijn politiek te zwak om zich op sociaal en economisch vlak te kunnen profileren. Om electorale redenen steunen ze de PS standpunten. We kwamen beiden tot het zelfde besluit:
Enkel een standvastige houding van onze Vlaamse politieke leiders om een noodzakelijk veranderingsproces op gang te brengen zal er voor kunnen zorgen dat België nog een economische en sociale toekomst heeft. Aangezien wij geen impact hebben op wat Wallonië dient te doen en te laten, kunnen wij enkel maar onze volle steun geven aan die politiek verantwoordelijken die alle zeilen willen bijzetten om, zelfs indien nodig tegen de stroom in van andere partijen en de media, dit noodzakelijke veranderingsproces op gang te brengen.
Staf Kauwenberghs
Bedrijfsleider op rust
Volledig artikel:
Regeringscrisis, verschil in cultuur of politiek ?
In lezersbrieven naar kranten en door allerlei initiatieven laaien de emoties hoog op tussen de voor- en tegenstanders van de standpunten van NVA en CD&V. Ook in deze reacties stel ik vast dat heel wat mensen de werkelijke situatie in Wallonië niet kennen of sterk onderschatten. Daarom heb ik na lang beraad besloten om mijn ervaringen publiek bekend te maken. Dit zal mogelijks helpen om de noodzaak te begrijpen van veranderingen die nu, in deze moeilijke economische omstandigheden, moeten doorgedrukt worden.
INLEIDING
Als Vlaming heb ik het geluk gehad om de Waalse cultuur en politiek te mogen leren kennen en ervaren. Na meer dan 15 jaar ervaring als manager in Vlaanderen en de Verenigde Staten kreeg ik de verantwoordelijkheid over een Waals bedrijf met meer dan 300 werknemers in de regio Henegouwen. Ik ging in de omgeving van het bedrijf wonen zodat ik de gemeenschap en leefomgeving waarin mijn medewerkers woonden beter kon leren kennen. Ik heb de Walen leren kennen als zeer sociale, warme, bereidwillige maar ook warmbloedige mensen. Eens daar gevestigd word je onmiddellijk opgenomen in hun gemeenschap en krijg je alle mogelijke hulp aangeboden. Mijn ervaring is echter ook dat ze, anders dan de Vlamingen, weinig of geen kritiek uiten op de door hun verkozen leiders. Zij hebben een onvoorwaardelijk geloof en vertrouwen in hun leiders. Zelfs als deze fouten maken zijn ze onmiddellijk bereid om die met de mantel der liefde te bedekken.
SITUATIESCHETS
De huidige moeilijke politieke periode lijkt wel een afspiegeling te zijn van mijn eigen ervaringen. Het bedrijf, een chemisch bedrijf met licht ontvlambare producten, was overgenomen door ons moederbedrijf. De sociale sfeer en de resultaten zaten in een negatieve spiraal. Het moederbedrijf was vastberaden om deze situatie terug te normaliseren. Mijn opdracht was om het bedrijf weer bestuurbaar te maken, en de leefbaarheid en toekomst van het bedrijf veilig te stellen. De arbeiders en bedienden van ons bedrijf werden enkel door de socialistische vakbond, het FGTB, vertegenwoordigd. In het verleden was de macht van die vakbond, afgedwongen door stakingen en afdreigingen, zodanig toegenomen dat niet het management maar wel de vakbond over al de sociale aangelegenheden het laatste woord had. In het verleden was zoveel afgedwongen dat “compromissen” niet meer mogelijk waren. In vergelijking met naburige bedrijven en bedrijven binnen de eigen organisatie waren de sociale voorzieningen veruit de hoogste. Bovendien werden ongelooflijke mistoestanden door de vakbond steeds goedgepraat. Enkele voorbeelden. Het bedrijf is volledig geautomatiseerd. De taak van de arbeiders in zulk bedrijf bestaat er hoofdzakelijk in om vooral controle uit te voeren. Arbeiders “mochten” ’s nachts in beurtrol slapen. Hiervoor lagen er matrassen naast de stookketels, een warme plaats. Anderen tikten in wanneer hun shift begon en gingen terug naar huis. Zij waren per gsm bereikbaar, wat voldoende was voor de vakbonden. Bij elke onderhandeling werden nieuwe aanwervingen afgedwongen om “niets te doen” en dat enkel omwille van de hoge werkloosheid in streek. De toestand leek hopeloos.
HOE NU VERDER?
De enige mogelijkheid om als nieuw bedrijfsleider uit die impasse te geraken was “een harde maar realistisch aanpak” samen met een duidelijke communicatie naar iedereen in het bedrijf. Tot mijn verbazing begrepen onze Franstalige managers weldegelijk dat er hoogdringend veranderingen nodig waren. In feite hebben zijzelf de noodzakelijke aanpak uitgetekend. Voor het management was de hoogste prioriteit om noodzakelijke veranderingen uitvoerig te bespreken met de medewerkers doorheen de ganse organisatie. Elke beslissing door het management werd uitvoerig gecommuniceerd en dat op alle niveaus. Dit was niet naar de zin van de vakbond die enkel discussie tussen vakbond en management toeliet en haar macht zag afbrokkelen. De spanningen liepen dan ook op en korte stakingen, werkonderbrekingen, stiptheidsacties volgden elkaar op. We stelden echter vast dat heel wat mensen ons in stilte opzochten en meldden dat “Management vooral moest doorzetten want dat de vakbond verkeerd bezig was. Maar de vakbondsafgevaardigden waren hun democratisch verkozen leiders en ze wilden die niet in de steek laten alhoewel ze fout bezig waren.” Na een zoveelste staking, ditmaal van bijna 4 weken, volgende een gijzeling van het management. Dit kwam uitvoerig in het nieuws. Arbeiders werden ondervraagd en begonnen stilaan te beseften dat dit te ver ging. Uiteindelijk hebben zij dan toch hun vakbondsafgevaardigden tot de orde geroepen hebben. En dit zonder dat het management toegegeven had aan de zoveelste onredelijke eis van de vakbond.
VLAMING ZIJN, IS HET PROBLEEM
Tijdens het ganse veranderingsproces zijn er gesprekken gevoerd met de enige vakbond op het bedrijf, het FGTB, tot op nationaal niveau en met de Waalse vleugel van de organisatie voor chemische bedrijven. Niemand kon of wilde ons helpen. Dit was een “intern probleem” en het bedrijfsmanagement moest dat zelf maar zien op te lossen. “Moesten” want ook andere bedrijven in de omgeving dreigden besmet te worden. Er werd ook rechtstreeks contact gezocht met Mr Di Rupo, toenmalig Waals minister-president, en Mevr Onkelinckx, minister van arbeid. Naburige bedrijfsleiders en onze Franstalige managers waarschuwden mij dat uit die hoek niet veel te verwachten was gezien de sterke band tussen de politiek en de vakbond. Vooral omdat wij met de socialistische vakbond vastzaten aan de PS. En Inderdaad Di Rupo en Onkelinckw luisterden en glimlachten, en luisterden en glimlachten .... De enige raad die we kregen was van Mr Di Rupo: “Onze arbeiders moeten zich niet aanpassen, Mijnheer Kauwenberghs. U bent Vlaming. U moet zich aanpassen aan onze cultuur. U bent het probleem”. Dat het hier niet ging over “een verschil in taal of cultuur” maar dat het voor ons prioritair was om het bedrijf uit de negatieve spiraal te halen en leefbaar te houden, belandde in dovenmansoren. Na de gijzeling is het veranderingsproces, met de steun van de medewerkers, in een stroomversnelling gekomen. Dankzij het enthousiasme op alle niveaus van de organisatie is het bedrijf uit het slop getrokken. Een normale discussie werd terug mogelijk. Beslissingen konden terug in overleg besproken worden, ook met de vakbond, en zonodig aangepast.
DE BESLISSING VAN EEN WAALSE BEDRIJFSLEIDER
Voor enkele weken leerde ik een Waals bedrijfsleider kennen die 7 jaar geleden een bedrijf opstartte. Hij koos voor een vesting in Vlaanderen omdat hier nog “een werkcultuur” heerst. Hij stelde heel duidelijk dat het verschil in werkcultuur tussen Wallonië en Vlaanderen niet te wijten is aan een verschil in cultuur of taal, maar aan een verschillende politieke ideologie. In Wallonië heerst de PS benadering. De PS maakt de mensen afhankelijk van de staat door werkloosheidsuitkeringen te garanderen en onnodige ambtenarenposten te creëren, dit enkel met electorale bedoelingen of cliëntelisme. Dergelijke politieke ideologie dooft elk initiatief en elke creativiteit. Wallonië telt dan ook veel minder KMO’s dan Vlaanderen. De tewerkstelling en al wat daar bij komt kijken is in handen van de PS en de FGTB. Net wat ik ook in ons bedrijf heb vastgesteld. Vele familiebedrijven haken ontmoedigd af. En de andere Franstalige politieke partijen? Die zijn te zwak om zich echt te kunnen profileren ten opzichte van de PS.
Vlaanderen volgt een andere politiek, die aanzet tot werk. Werklozen worden aangespoord en begeleid om werk te zoeken of cursussen te volgen. De controles zijn intenser. Vakbondsafgevaardigden luisteren niet alleen naar hun vakbond maar staan meestal ook open voor de specifieke problemen van het bedrijf en voor de nodige beslissingen om het bedrijf leefbaar te houden. Bovendien is in de christelijke vakbond de grootste partij in Vlaanderen. Deze vakbond is traditioneel realistischer in haar aanpak.
Als gevolg van de PS ideologie is men in Wallonië lakser. Op die manier gaat binnen een familie de werkloosheid van generatie op generatie over en wordt als een normale situatie aanvaard. De media zijn niet zo kritisch als in Vlaanderen. In Vlaanderen komen alle mogelijke opinies in de media aan bod. In Wallonië staan alle media als één blok achter de PS ideologie. Walen krijgen dus geen onafhankelijke informatie en zijn dus eenzijdig en tendentieus ingelicht. Over het feitelijk failliet van hun systeem is weinig of niets bekend bij de Walen. Dergelijk geformuleerde kritiek wordt door bijna de totale Franstalige pers begrepen als een “aanval op de eerbaarheid van de Franstaligen”. Kritiek op het Waals systeem wordt niet geanalyseerd op haar feitelijkheid om de nodige conclusies te kunnen trekken maar lokt onmiddellijk emotionele reacties op.Het gevolg is dat alle Franstaligen zich aangevallen voelen. Nochthans heeft alleen de gevolgde politieke ideologie van de Franstalige leiders hier schuld aan. Begrippen zoals “verantwoordelijkheid nemen” en “zuinigheid” passen niet in dit plaatje. Daarom ook dat de Waalse politieke leiders liever geen staatshervorming met meer verantwoordelijkheden voor de gewesten willen. Daarom ook dat het voorstel van Vande Lanotte weinig of geen “verantwoordelijkheid” inhoudt.
Waarom vraagt Vlaanderen meer “verantwoordelijkheid” ? Het antwoord is eenvoudig: “Verantwoordelijkheid nemen” vraagt dat men efficiënt met de centen van de burger omgaat. De Franstalige politici willen alles zo weinig mogelijk of helemaal niet transparant houden om hun ideologie verder te kunnen toepassen.
Waarom wil Vlaanderen “economische hefbomen”? Hier is het antwoord even eenvoudig: in iedere regio zijn de problemen anders en zijn er specifieke oplossingen nodig. De arbeidsmarkt is daar een belangrijk voorbeeld van. Verwijzend naar hun gevolgde ideologie is het logisch dat Wallonië ook daarin geen verantwoordelijkheid wil dragen.
De Franstalige media vertalen dit dan weer naar “een gebrek aan solidariteit” vanwege Vlaanderen alhoewel daar niet over gesproken wordt. De vraag naar “verantwoordelijkheid” en “economische hefbomen” wordt vertaald naar “ verlies aan solidariteit” en “gebrek aan respect”. De media bespelen hiervoor de fierheid en de emoties van de Walen. De Walen krijgen dus geen objectief beeld van de huidige prangende situatie.
RESPONSABILISERING EN AUTONOMIE
Het is dan ook logisch dat de vraag naar “meer verantwoordelijkheid en economische hefbomen” leidt naar een vraag naar meer autonomie. Dit lijkt voor heel wat mensen een “extremistische vraag”. Maar wat dan gezegd van de PS strategie om de verantwoordelijkheid steeds meer door te schuiven naar de staat en de mensen afhankelijk te maken van diezelfde staat. Klinkt dat niet “extreem links”? Er wordt veel over “extreem rechts” gesproken deze dagen, terwijl “extreem links” ook aanwezig is. De PS weet dat echter in haar communicatie goed af te schermen.
Het grote probleem blijft echter dat de huidige federale afspraken Vlaanderen, die toch de motor en financierder is van het Belgisch systeem, in een wurggreep houden. Vlaanderen wil maatregelen nemen om verdere economische groei en werkgelegenheid toe te laten. Vroegere politieke afspraken en beknottende federale structuren maken dit echter onmogelijk. Veranderingen zijn dringend nodig maar volgens de Franstalingen moet hiervoor betaald worden door Vlaanderen via toegevingen of met geld zoals bij vorige regeringsvormingen. Nochthans zouden deze veranderingen het solidariteitssysteem, waar de Franstaligen zo op staan, kunnen redden. Eigenlijk vragen de Franstaligen aan Vlaanderen om het solidariteitssysteem tweemaal te betalen.
Mijn Waalse vriend stelde het eenvoudig zo:
“De sociale comfortabele leefomstandigheden die we nu kennen zijn het resultaat van het harde werk van onze ouders en grootouders. Willen wij voor onze kinderen en kleinkinderen een zelfde levensstandaard veiligstellen dan zullen er nu harde maar noodzakelijk beslissingen genomen moeten worden.“
Mijn geprek met deze man bevestigde mijn ervaringen met de omstandigheden in ons bedrijf in Wallonië. Bovendien deed het me terug denken aan de discussies die ik had met Franstalige collegas-bedrijfsleiders en met de Franstalige managers in ons bedrijf. Ook zij waren er van overtuigd dat enkel een harde maar rechtvaardige en logische aanpak de negatieve spiraal, waarin het bedrijf zich bevond, kon doen keren.
Onze Vlaamse politici worden nu gedwongen om deze belangrijke veranderingen door te voeren. Op hun schouders rust een zware verantwoordelijkheid. Dit is niet het moment om aan stemmenwinst te denken. De toekomst van alle Belgen staat nu op het spel. Enkel de Vlamingen willen en kunnen blijkbaar de noodzakelijke stappen voorstellen om de toekomst van alle landgenoten veilig te stellen. De Franstaligen moeten hun verantwoordelijkheid nemen om samen met, en niet ten koste van, Vlaanderen de toekomst verder uit te bouwen. De Waalse politieke leiders moeten eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen en hun kiezers de realiteit voorhouden. Werkloosheid creëert geen toekomst. Individuele creativiteit en initiatief moeten aangewakkerd worden en opgerichte KMO’s moeten de nodige ondersteuning krijgen. En vooral ... de Waalse pers moet kritischer worden voor haar eigen leiders zoals dat in Vlaanderen wel het geval is.
Aangezien wij geen impact hebben op wat Wallonië dient te doen en laten, kunnen wij enkel maar onze volle steun geven aan die politiek verantwoordelijken die alle zeilen willen bijzetten om zelfs indien nodig tegen de stroom in van andere partijen en de media dit noodzakelijke veranderingsproces op gang te krijgen.
En mijn Waalse vriend voegt daar aan toe:
“We have nothing to fear but fear itself. “ Franklin Roosenvelt.
Staf Kauwenberghs
Bedrijfsleider op rust